Plik:Tropenmuseum Royal Tropical Institute Objectnumber 60001000 Gouverneur Jonkheer Mr. T.A.J. van As.jpg

Tropenmuseum_Royal_Tropical_Institute_Objectnumber_60001000_Gouverneur_Jonkheer_Mr._T.A.J._van_As.jpg(700 × 556 pikseli, rozmiar pliku: 61 KB, typ MIME: image/jpeg)

Opis

Opis
Nederlands: Foto. De houtgrond la Prosperité aan de Correpinekreek, in Sranan Tongo Polakki genoemd.

Volgorde in 't afvaren: Gloria, Vreeland, Prosperite, gronden zonder naam, Kweeklust. Eigenaren: 1737 - Al. Droilhet (kaart Lavaux 1737) 1767- M.S. Pallak (inventarissen ; kaart Lavaux 1770) 1793 - wed. Hamilton, Meyners (almanak 1793) 1820 - wed. Hamilton, Meyners (almanak 1821) 1843 - erven D. Janssen Eyken Sluyters (almanak 1843) 1858 - Bersaba 1863 - emancipatie 1906 - aanleg spoorweg ; S.W.M.

1737 - Al. Droilhet (kaart Lavaux 1737) Alexander Droilhet was vermoedelijk een zoon van Jean Andre Droilhet, kapitein van een compagnie burgers in de divisie Para. Alexander huwde in 1730 met Maria van Egten, (waarschijnlijk) weduwe van Jeremia Papot. Het huwelijk werd buiten de kerk gevierd, want Maria was al hoog zwanger :

"... 1730 september 19 zijn door D: Estor in Corrupine getrout in de tegenwoordigheit van een Diaken en meer andere getuijgen na voorgegane ondertrou, Alexander Droillet en Maria van Egten — quod attestor E: Viera pastor ..." Spoedig daarop werd het eerste kindje geboren : Jean Pierre, geboren in december 1730. De doopregisters na 1730 zijn verloren gegaan, en van andere kinderen is niets bekend. Maar Maria had nog vier kinderen uit haar eerste huwelijk, en Alexander heeft ongetwijfeld zijn deel bijgedragen aan hun opvoeding. Alexander overleed in 1739. Zijn echtgenote heeft hem vele jaren overleefd. Zij overleed in 1761.

1767- M.S. Pallak (inventarissen ; kaart Lavaux 1770) Matheus Sigismundus Pallak was in 1744 reeds in de Suriname (bron luth. doopreg.) ; in 1747-1750 was hij raadsheer van het Hof van Politie en Criminele Justitie. Hij was afkomstig uit Breda, althans, de naam "Maasstroom" die hij aan één van zijn plantages gaf is een duidelijke referentie aan Rotterdam. Hij was eigenaar van 5 plantages (kaart Lavaux 1770) : Wangunst (258 akkers) aan de Para de Vrede (2500 akkers) aan de Para la Piquanterie (1000 akkers) aan de Correpine la Prosperité (2500 akkers) aan de Correpine (1/2 deel) Maasstroom (500 akkers) aan de beneden-Commewijne (1/2 deel)

Prosperité en Maasstroom waren slechts voor de helft eigendom van Pallak, en voor de andere helft het eigendom van de firma Hamilton en Meyners te Rotterdam.

Matheus Pallak was gehuwd met Margaretha Neeven, weduwe van Jan van Weidon. Het echtpaar woonde in een groot huis op de hoek van de Waterkant en de Kromme Elleboogstraat. Zij waren lid van de Lutherse kerkgemeente. Over kinderen is niets bekend. Margaretha overleed in 1754. Pallak heeft haar lang overleefd, maar is niet meer hertrouwd. In 1759 vroeg hij een nieuwe warrand aan voor het huis aan de Waterkant, vermoedelijk met het doel het te verkopen. Op een gegeven moment — wanneer is niet bekend — is hij naar Europa geremigreerd. Hij overleed aldaar in 1767. Zijn dood werd in de kerk van Paramaribo bekendgemaakt:

"... 1767-november 13 Debet J: B: S: Ranitz — A 't bekent maaken der overleijden van Matts: Sigisms: Pallak f 9,- ..." Na zijn dood werd de plantage geïnventariseerd. Het was een houtgrond van 3200 akkers met 128 slaven. De eigenaren waren voor de ene helft de erven van Matheus Sigismundis Pallak, en voor de andere helft aan twee personen te Rotterdam, namelijk de weduwe Archibald Hamilton, en Jean Gerard Francois Meijnerts (1711-1790), president en schepen der stad Rotterdam, en bewindhebber der VOC kamer Rotterdam vanaf 1755 tot 1790. Deze twee werkten zakelijk samen onder de firmanaam "weduwe Archibald Hamilton en Meijners". Hamilton en Meyners waren eigenaar van :

Elk het Zijn aan de Cottica, en La Simplicité aan de Surinamerivier la Prosperité (2500 akkers) aan de Correpine (1/2 deel) Maasstroom (500 akkers) aan de beneden-Commewijne (1/2 deel)

1793 - wed. Hamilton, Meyners (almanak 1793) B. van Gelderen was de directeur van de houtgrond. De heren Wolff en Matille voerden de administratie.

1820 - wed. Hamilton, Meyners (almanak 1821) J. Servas was de gezagvoerder. De administratie was in handen van C. L. Weissenbruch en F. Taunay. Tot het bezit van Hamilton en Meyners behoorden verder de plantages Maasstroom, Elk het Zijn, Mannheim, en Timotibo. In datzelfde jaar 1820 werd de houtgrond te koop aangeboden :

"... Uit de hand te koop op favorabele Conditien, de Hout-plantage La Prosperité, met de daaraan behorende Grond Meijnershoop, en verdere ap- en dependentie, waaronder plus minus 140 Koppen slaven, te bevragen ten Kantore van den ondergetekende, Paramaribo den 17e April 1820, C.L. Weissenbruch ..." In 1831 had de plantage een slavenmacht van 151 mensen (Teenstra).

1843 - erven D. Janssen Eyken Sluyters (almanak 1843) J. Wolf was de plantagedirecteur. J. Zaal en J.F. Betten voerden gezamenlijk de administratie. De plantage was 3200 akkers groot, met een slavenmacht van 172 mensen. De houtgrond Munchenstein was aan de plantage geannexeerd.

1858 - Bersaba In 1858 werd op een geschonken stuk grond de EBG zendingspost Bersaba opgericht. Overigens vonden de zendelingen maar moeilijk ingang bij de slavenbevolking. Het was "ploegen op rotsen". De slaven op de houtplantages leefden in veel grotere vrijheid dan hun collegae op de productieplantages, hadden een relatief goed bestaan, en lieten zich net zomin als de bosnegerbevolking een nieuw geloof aanpraten. (Fontaine 1986, 66) Bersaba omstreeks 1860. Aquarel van Zimmerman. De afbeelding is gescand uit een boek, maar is daar waarschijnlijk gespiegeld weergegeven. Vergelijk met de foto van de kerk anno 2004. Met de rug naar de kreek staande, is de toren aan de rechterzijde.

1863 - emancipatie La Prosperité was eigendom van de erven D. Jansen Eyken Sluyters (Amsterdam en Paramaribo) ; De "tegemoetkoming" bedroeg f 62.400,- voor de plantageslaven en nog f 1.500,- voor privé slaven. De eigenaren in detail : Maria Rebecca Jansen Eyken Sluyters, Amsterdam, voor 1/6 aandeel Tjark Jansen Eyken Sluyters, Suriname, voor 1/6 aandeel Johannes Matthaeus Jansen Eyken Sluyters, Suriname, voor 1/6 aandeel Henriette Elisabeth Jansen Eyken Sluyters, Amsterdam, voor 1/6 aandeel Johannes Jansen Eyken Sluyters, Amsterdam, voor 1/6 aandeel Adriana Anna Catharina Jansen Eyken Sluyters, Amsterdam, voor 1/6 aandeel De boedel omvatte tevens de plantages: Geyersvleyt (koffie en cacao), Ornamibo (suiker) met de daarneven gelegen gronden der voormalige plantage Vredenburg La Prosperite (hout) Livorno 1/9 aandeel De familienamen Parun, Peiter, Pengel, Peroti, Pierau, Plater, Plet, Pocorni, Posma, Pries, Prossel, en Puls, origineren van de plantage.

Na de emancipatie werd de plantage gekocht door een aantal vooraanstaande leden van de ex-slavenbevolking. Hun namen worden herdacht op het eigenarenmonument te Bersaba : Memre den gran soema vo oenoe disi ben leri oenoe vo wroko en lobi makandra. Eigenari na: Jan Pengel Anthonie Pengel Frans Plet Jozef Peroti Boudewijn Pocorni Harrie Peiter Jaques Perau Emil Parun

1906 - aanleg spoorweg ; S.W.M. In de periode 1904-1912 werd een spoorweg aangelegd naar de goudvelden van boven-Suriname, de z.g. "Lawa-spoorweg". Te Prosperité, Marianella en Republiek waren halteplaatsen. De dorpjes werden hierdoor uit hun isolement gehaald. Bersaba werd het centrum van de buurt. In 1908 (almanak) was er een EBG-school met 46 leerlingen onder leiding van C.F.M. Vismale

2005 - Bersaba is een klein dorpje, niet meer dan enkele straatjes. Het oudste deel is de straat met traditionele houten huisjes langs de kreek. In die straat vormen de kerk met pastorie het centrum. Ze verkeren beide in goede staat. Aan de kreek wordt momenteel een zandstrand aangelegd, om het tourisme te bevorderen. De begraafplaats ligt aan de weg voordat men het dorpje binnenkomt.

bron: Nationaal Archief Suriname. Gouverneur Jonkheer Mr. T.A.J. van Asch van Wijk met gezelschap op de plantage La Prosperité
Data między 1893 a 1894
date QS:P,+1893-00-00T00:00:00Z/8,P1319,+1893-00-00T00:00:00Z/9,P1326,+1894-00-00T00:00:00Z/9
Źródło
institution QS:P195,Q1131589
Collectie Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Autor
Julius Eduard Muller  (1846–1902)  wikidata:Q52234508
 
Julius Eduard Muller
Inne nazwiska i pseudonimy
Julius E. Muller; J. E. M.; J.E. Muller
Opis surinamsko-holenderski fotograf i przedsiębiorca
Data urodzenia/śmierci 20 listopada 1846 Edytuj to na Wikidanych 20 listopada 1902 Edytuj to na Wikidanych
Miejsce urodzenia Paramaribo
Miejsce działalności
Wykaz autorytatywny
creator QS:P170,Q52234508

Licencja

w:pl:Licencje Creative Commons
uznanie autorstwa na tych samych warunkach
Wolno:
  • dzielić się – kopiować, rozpowszechniać, odtwarzać i wykonywać utwór
  • modyfikować – tworzyć utwory zależne
Na następujących warunkach:
  • uznanie autorstwa – musisz określić autorstwo utworu, podać link do licencji, a także wskazać czy utwór został zmieniony. Możesz to zrobić w każdy rozsądny sposób, o ile nie będzie to sugerować, że licencjodawca popiera Ciebie lub Twoje użycie utworu.
  • na tych samych warunkach – Jeśli zmienia się lub przekształca niniejszy utwór, lub tworzy inny na jego podstawie, można rozpowszechniać powstały w ten sposób nowy utwór tylko na podstawie tej samej lub podobnej licencji.

Podpisy

Dodaj jednolinijkowe objaśnienie tego, co ten plik pokazuje

Obiekty przedstawione na tym zdjęciu

przedstawia

0,0125 sekunda

56 milimetr

image/jpeg

Historia pliku

Kliknij na datę/czas, aby zobaczyć, jak plik wyglądał w tym czasie.

Data i czasMiniaturaWymiaryUżytkownikOpis
aktualny21:34, 9 wrz 2009Miniatura wersji z 21:34, 9 wrz 2009700 × 556 (61 KB)KITbot== {{int:filedesc}} == {{Information |description={{nl|1=Foto. De houtgrond la Prosperité aan de Correpinekreek, in Sranan Tongo Polakki genoemd. Volgorde in 't afvaren: Gloria, Vreeland, Prosperite, gronden zonder naam, Kweeklust. Eigenaren: 1737 - A

Poniższa strona korzysta z tego pliku:

Globalne wykorzystanie pliku

Ten plik jest wykorzystywany także w innych projektach wiki:

Metadane